We hebben een bizar beeld gecreëerd
over wat goede zorg is

24 oktober 2019

Marie-Louise Vossen
Marie-Louise Vossen

Marie-Louise Vossen, lid raad van bestuur GGZ Eindhoven

‘We hebben een bizar beeld gecreëerd over wat goede zorg is’

Discura publiceert drie interviews met mensen uit de zorg die met hun handen aan het bed hebben gestaan. Het thema van dit drieluik is: carrière in de zorg. Wat drijft hen, hoe belangrijk is hun zorgervaring nu nog in hun huidige werk? Marie-Louise Vossen is de eerste van de drie. Zij begon als verpleegkundige en is nu lid van de raad van bestuur van GGZ Eindhoven. Ze is voorzitter van de coöperatie Mental Wealth en zit in enkele raden van toezicht.

Waar ben je opgegroeid?
Ik ben in Zuid-Limburg opgegroeid in Beek, onder de wolken van DSM bij Maastricht.

Welke normen en waarden heb je van huis uit meegekregen?
Het katholieke geloof was onderdeel van de opvoeding, het gezin de hoeksteen van de samenleving. Mijn ouders vonden het belangrijk dat ik me zou blijven ontwikkelen, me netjes gedroeg, sportief was en naar de kerk ging. Ik ben geen praktiserend katholiek meer, maar heb wel normen en waarden vanuit het geloof meegekregen. Bijvoorbeeld dat je er voor je medemens moet zijn. Ook gold bij ons thuis: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Toon enige bescheidenheid, spaar wat voor later en vier het leven als daar aanleiding voor is.

Hoe kijk je terug op je schoolperiode?
Ik was een van de laatsten die bij de nonnen op een meisjesschool zat. Ik was een speels kind, had moeite me te concentreren en haalde daardoor slechte cijfers. Uit mijn Cito-toets kwam een mavo-advies. Ik werd niet geprikkeld te presteren. Daarna ben ik naar de havo in Geleen gegaan, dat voelde als thuiskomen. In de anonimiteit van die grote scholengemeenschap kon ik mijn vleugels uitspreiden. Voor het eerst had ik het gevoel grip op mijn leven te hebben.

Hoe verliep jouw studie?
Na de havo ben ik een in-service-opleiding voor verpleegkundige gaan doen. Ik liep stage op de PAAZ, daar is mijn interesse gewekt voor mensen in psychische nood.
In die tijd werd je gewoon in het diepe gegooid. Ik was derdejaars leerling, had alleen nachtdienst, was verantwoordelijk voor 24 cliënten. Tijdens deze stage was 40 procent van de medewerkers in het ziekenhuis gediplomeerd, 60 procent in opleiding. Tegenwoordig is 80 procent gediplomeerd en 20 procent in opleiding. Veel medewerkers hebben moeite tijd te vinden voor het begeleiden van een collega in opleiding.

Hoe verliep je carrière na je studie?
Ik heb een tijdje een studie gedaan en tegelijkertijd op allerlei plekken parttime gewerkt. Daardoor heb ik veel kanten van de ggz-zorg gezien. Na mijn studie HBO-V ben ik in een GGZ-instelling in Tilburg gaan werken. Tegelijkertijd deed ik de studie gezondheidswetenschappen aan de universiteit in Maastricht. In die tijd zei ik altijd: mijn baan is mijn hobby, mijn studie mijn werk. Ik vond het werk in Tilburg ontzettend leuk, ik studeerde in de nachtdienst.
De verpleegkundige discipline had nog niet veel aanzien. Je voerde gewoon uit wat de dokter vroeg. Ik weet nog dat een arts tijdens een multidisciplinair overleg zei dat de patiënt maniform gedrag vertoonde. Toen ik daarover een vraag stelde, werd ik uitgelachen. Wie had hier nu de hbo-opleiding gevolgd? Toen dacht ik: dit gebeurt me niet nog eens. Dit is een van de redenen dat ik me ben gaan inzetten voor de profilering van de verpleegkundige discipline.

Welke karaktertrekken hebben jou het meest opgeleverd?
Ik ben energiek en nieuwsgierig. Ik wil weten wat er op afdelingen gebeurt. Zo heb ik onlangs uit pure nieuwsgierigheid een ronde meegelopen met de huismeesters op landgoed De Grote Beek. Wat doen ze daar nu precies? Deze nieuwsgierigheid helpt me als bestuurder. Ik ben ook een verbinder. Ik word onwijs blij als ik mensen heb kunnen plaatsen op posities waar ze zich goed voelen en tot betere prestaties komen. Daar word ik blijer van dan zelf de eer krijgen van een plan of idee dat goed gelukt is.

Welke mensen zijn jouw voorbeeld?
Moeilijk te zeggen. Ik heb heel veel waardering voor de grote leiders in onze wereld maar feitelijk heb ik heb mijn eigen pad gevolgd.

Wat had je niet verwacht en is je toch gelukt?
Ik was actief in de landelijke adviesraden en was bezig met de vraag hoe we de verpleegkundige beroepsgroep beter op de kaart zouden kunnen zetten. Ik deed een subsidieaanvraag om standaard verpleegplannen te ontwikkelen voor de GGZ. Dit is uiteindelijk in boekvorm uitgegeven en jarenlang lesstof geweest in de opleiding.

Welke belangrijke keuzes heb jij gemaakt?
Ik ben niet zo’n planmatig mens in mijn carrière. Op een gegeven moment heb ik bewust de overstap gemaakt van een staf- naar een managementfunctie. De eerste jaren heb ik vaak gedacht dat het de verkeerde keuze was.
Wat zeggen mensen die jou kennen over hoe je in het leven staat?
Ik hoop dat ze zeggen dat ik reuring breng en een verbinder ben.

Wat is je visie op de krapte op de arbeidsmarkt in de GGZ-zorg?
Het is een veelkoppig monster, waarbij je aan veel knoppen kunt draaien. Denk aan de kwaliteitseisen die we stellen. In Nederland werken in verhouding vijf keer meer psychiaters dan in België, maar is de kwaliteit van de zorg bij ons ook vijf keer beter? Een ander punt is administratieve lastendruk: een psychiater is in ons land een derde van zijn tijd bezig met administratie en verantwoording. Als we landelijk nu eens afspreken dit niet meer te doen, dan hebben we 30 procent tijd teruggewonnen. Alle beroepsgroepen in de zorg zouden moeten zeggen: we stoppen met stupide lijstjes invullen en gaan die tijd weer besteden aan mensen behandelen.
Ook de overheveling van zorg naar lokale overheden voert de organisatie- en administratiedruk op. Verantwoording op verantwoording.
We hebben een bizar beeld gecreëerd over wat goede zorg is. Voor welke zorg klop je aan bij je zorgverzekeraar en waar ben je zelf verantwoordelijk voor? Een APK voor je auto declareer je toch ook niet bij je autoverzekering? Er is nog ruimte voor verbetering. We kunnen met digitale toepassingen nog veel winst boeken, wat meer regie legt bij de cliënt en het probleem van de arbeidsmarkt kleiner maakt.

Wat wil je de jongste generatie zorgmedewerkers meegeven?
Een op de vijf zorgmedewerkers vertrekt nu uit de zorg. Zo jammer. Blijf vechten voor de cliënt, blijf vechten voor je beroep, laat je niet uit het veld slaan. Het is en blijft een mooi en dankbaar vak. Wees trots! 

Dit interview is op verzoek van Van Der Hoef & Partners / D!scura uitgewerkt door Ben Tekstschrijver, tekstschrijver gespecialiseerd in de zorg.

Vacatures

MEER OVER DEZE VACATURE >>

Opinie

Wat doet de DSM-5 met
de psychiater en de psychiatrie?

De DSM-5 is niet onschuldig. Het beïnvloedt de ontwikkeling van het vak van psychiater en dus van de psychiatrie als discipline. Ook in deze derde podcast botsen de standpunten van psychiater Floortje Scheepers en psychiater Ralph Kupka. ... Meer

Reageer |  reacties

Podcast 3. Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar?

Onze derde podcast "Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar" is te beluisteren op "Psychiater op de cast" op Spotify.In deze aflevering komen Floortje Scheepers en Ralph Kupka wederom met elkaar in botsing over hun standpunten, maar ze zijn het erover eens dat het lijden van patiënten en de bijbehorende processen centraal moeten staan. ... Meer

Reageer |  reacties

Podcast 2. Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?

Onze tweede aflevering, "Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?", is nu beschikbaar op op Spotify: "Psychiater op de cast".In deze boeiende aflevering onderzoeken Floortje Scheepers, Ralph Kupka en Tessa van den Ende, onder leiding van Wouter Van Ewijk, de impact van de DSM-5 op de patiëntenzorg. ... Meer

Reageer |  reacties