
“In den beginne was het Woord.” Zo begint het eerste vers van het evangelie van ‘Johannes’ in het Nieuwe Testament. Het evangelie is een filosofische tekst. Het geeft antwoord op de vraag wie ben ik, en wie is Jezus? En deze vragen hangen met elkaar samen.
Het lijkt een grote stap om van het evangelie, een tekst van 2000 jaar oud, te springen naar het heden en de aandacht te richten op de forensische psychiatrie. Toch is die sprong niet zo groot. Mensen stellen zich bij voortduring de vraag wie ze zijn, wat ze doen, hoe ze iets kunnen weten. En ze proberen de betekenis (het achterliggende concept) van woorden te achterhalen. Wat bedoelt iemand als die een nieuw woord gebruikt waarvan de context nog niet helemaal duidelijk is?
Het probleem in de zorg bij nieuwe woorden of termen is echter dat er vaak geen duidelijk concept aan ten grondslag ligt. Dat staat vaak nog ter discussie. Om het duidelijk te maken: iemand gebruikt voor het eerst het woord ‘boom’, maar niemand weet eigenlijk goed wat daarmee wordt bedoeld. Symposia, workshops, enquêtes, onderzoek liggen dan in het verschiet. Het resultaat is meestal een lange, kromme zin waarin iedereen zich een beetje in kan herkennen.
In de psychische zorg is bijvoorbeeld alweer vele jaren geleden de term herstel geïntroduceerd. Niemand wist echter, tot de dag van vandaag, precies wat daarmee bedoeld werd. Iedereen had zo zijn of haar interpretatie van herstel. Aan de ene kant was het heel effectief om een oeroud woord met andere bedoelingen (een nieuw, maar nog niet duidelijk uitgewerkt concept) te herintroduceren. Aan de andere kant kun je je afvragen wat al die discussies, al die workshops, al die gele briefjes tegen muren geplakt, hebben opgeleverd. Wat was de winst voor cliënten, patiënten en naast betrokkenen? In ieder geval zien we nu instellingen die, wie het maar horen wil, vertellen dat ze herstelondersteunende zorg leveren. Je zou zeggen: stel je voor dat je dat niet zou doen. Toch zijn er legio tekstboeken voor psychiaters en klinische psychologen waar zelfs in het register het woord herstel niet eens voorkomt. Met de term ervaringsdeskundigheid is het niet anders.
In de forensische zorg is er nu ook sprake van een nieuw ding: ‘forensische scherpte’. Ook hier zien we dat dat meer vragen dan antwoorden oplevert. In den beginne was immers het woord. In een powerpoint-presentatie van de Pompestichting uit begin 2018, gevonden op internet, staat een illustratie. En in de kern gaat het niet anders dan in het evangelie van Johannes over deze filosofische vragen: hoe zit de werkelijkheid in elkaar, en hoe kunnen we haar kennen?
Wat citaten: “Altijd scherp moeten zijn vraagt een bovenmenselijke inspanning”; “Het gaat bij scherpte om een tegenfeitelijk streven”. Forensische scherpte heeft te maken met houding en minder aandacht voor kennis en weten. Of, in eigen woorden van de Pompestichting: “Praktijkkennis is verweven met de persoonlijke ervaring, bevat kennis zoals intuïtief weten, onmiddellijke moraal, besef van relatie. Het is direct verbonden met handelen. Praktijkkennis is in heel het lichaam ingebedde kennis, “Ik voel het gewoon”.” Ga daar maar eens over nadenken.
Ik neem iedereen serieus. Maar ik verbaas me er altijd over hoe moeilijk het is om gedachten onder woorden te brengen. En daar vervolgens met anderen over te communiceren. Op zo’n manier dat die ander begrijpt wat de spreker of schrijver bedoelt. Dat is dagelijkse praktijk. Maar het wordt wel pijnlijk als ook degene die met iets nieuws aan komt zetten, het zelf ook nog niet onder de knie heeft.
In een bericht van het Expertisecentrum Forensische Zorg staat een oproep voor deelname aan een enquête. Men stelt daar dat forensische scherpte een kernbegrip is van het forensisch veld, “Echter, het is nog onduidelijk wat het precies is.” Dat is dus ‘precies’ mijn punt.
De achtergrond van deze exercitie is overigens volstrekt duidelijk. Incidenten worden in de pers en politiek breed uitgemeten. Hoe voorkom je dat? In deze sector gaat het om zorg én beveiliging. Dat is ingewikkeld voor iedereen die slechts met één kant van de zaak vertrouwd is, en daarbij heeft elke kant wel weer meerdere facetten. Je moet als medewerker voortdurend alert zijn, aandacht hebben voor je handelen in de context van andere belangen of aspecten. Dat vergt veel van de medewerkers. Maar scherpte, alertheid, risico’s inschatten en gebruik maken van meerdere kennisbronnen spelen ook in talloze andere sectoren. En helaas worstelen die ook met nieuwe woorden waarvan de betekenis niet zo duidelijk is.
Stuur deze pagina door >>
Opinie
DSM-5 is nuttig, maar wordt vaak
verkeerd gebruikt
Classificeren via de DSM-5-systematiek is ooit bedacht om klinische professionals en wetenschappers een gemeenschappelijke taal te laten spreken over de aandoening van een cliënt. En om gerichter wetenschappelijk onderzoek te kunnen doen. Marc Verbraak: 'DSM-5 is een nuttig instrument, maar wordt vaak verkeerd gebruikt.' ... Meer
Wat doet Rivierduinen en waarom het leuk is om daar te werken
Audrey van Schaik is sinds half oktober 2022 bestuurder van GGZ Rivierduinen. Zij trad tegelijk met Sam Schoch aan als raad van bestuur en samen staan zij bekend als verbinders en ervaren zorgbestuurders. Audrey is psychiater en heeft jarenlange leidinggevende ervaring binnen diverse onderdelen van verschillende ggz-organisaties. ... Meer
Breng de waarheid boven tafel
Stel, je bent leidinggevende en een medewerker vertelt dat er een structureel probleem is op de afdeling. Natuurlijk neem je dat serieus. Tegelijkertijd loont het om het verhaal in twijfel te trekken. ... Meer
Let op: de Anti-spam code is slechts 15 minuten geldig.
Tip: als u een reactie met veel woorden heeft, typ deze dan eerst in Word en plak hem vervolgens in het Reactieveld hieronder.