
Niemand heeft het officieel ingeluid, maar we leven in het decennium van de personalized medicine. De definitie hiervan op Wikipedia luidt: a medical model that separates patients into different groups - with medical decisions, practices, interventions and/or products being tailored to the individual patient based on their predicted response or risk of disease. Vrij vertaald: vanuit de specifieke kenmerken van de aandoening van de patiënt toewerken naar een unieke behandeling; het bieden van medisch maatwerk dus. Het lijkt hier te gaan om een vrij radicale verandering ten opzichte van ons huidige systeem dat vooralsnog gebaseerd is op protocollen, door sceptici ook wel kookboek-geneeskunde genoemd. Komt het echt zo ver dat uw rol als professional in de zorg wordt gedegradeerd tot een uitvoerder van het beleid dat een supercomputer genereert op basis van genome sequencing van de patiënt?
Om te beginnen zet ik graag de personalized medicine in historisch perspectief. Van Hippocrates wordt reeds gezegd dat hij de behandeling van zijn patiënten afstemde op het onderzoek van de 4 humores (lichaamssappen), te weten bloed, geel gal, zwart gal en slijm. De antieke namen voor deze sappen zijn sanguis, kholé, melaina kholé en phlégma. Een overschot aan een van deze sappen leidde tot diverse aandoeningen en gemoedstoestanden; de sanguinicus, de cholericus, de melancholicus en de flegmaticus zijn hiervan afgeleid. Het ouderwetse aderlaten vindt ook haar oorsprong in deze theorie. Voortschrijdend inzicht maakte dat deze theorie in de loop van de negentiende eeuw werd weerlegd, hoewel in de antroposofische gereedschapskist de temperamentenleer nog steeds een belangrijk onderdeel is.
Het tegenwoordig veel gepropageerde shared decision-making, vaak vertaald in gedeelde besluitvorming, is vrijwel zeker een tussenstation naar de voorlopige eindhalte personalized medicine. Feitelijk houdt gedeelde besluitvorming in de spreekkamer namelijk zoveel in als: er zijn 3 verschillende behandelopties, we weten niet precies welke voor uw specifieke situatie het meest geschikt is, laten we er samen eentje kiezen zodat als de behandeling niet goed werkt u in ieder geval ook zelf betrokken bent geweest bij de keuze. Hoewel diverse onderzoeken veel voordelen van deze gedeelde besluitvorming laten zien waaronder een hogere patiënttevredenheid, betere kwaliteit van leven en lagere zorgkosten, heeft het op deze manier ook iets defensiefs in zich.
Sinds het gereedkomen van het human genome project in 2003 is er op het gebied van genome sequencing een enorme vooruitgang geboekt. Niet alleen zijn de kosten van het maken van een genome sequence spectaculair gedaald van ruim € 900.000.000 (!) naar zo’n € 3800, maar zijn inmiddels ruim 3000 genen bekend die ziekte-specifieke mutaties veroorzaken en is het aantal medicijnen dat farmaco-genomische informatie bevat de 100 gepasseerd. Trastuzumab, cetuximab, panitumumab en lapatinib zijn slechts enkele min of meer bekende namen in dit speelveld en er zullen nog vele nibjes en mabjes volgen.
Dat er in de zorg verder gezocht wordt naar spreekwoordelijke gaten in de markt werd recent duidelijk toen The Wall Street Journal berichtte over een nieuw te openen kliniek in San Francisco die zich helemaal gaat toeleggen op een specifieke patiëntencategorie: die met mutaties in de genen BRCA1 en BRCA2. Huidig onderzoek naar een bepaalde genetische predispositie voor een verzakking na een bevalling kan gaan resulteren in het advies om per keizersnede te gaan bevallen; ik zie de volgende rel in verloskundig Nederland al weer ontstaan.
Het zou een denkfout zijn om aan te nemen dat personalized medicine zich beperkt tot farmaceutische of chirurgische interventies. Al in mijn eerste opleidingsjaar van Geneeskunde moest ik me leren afvragen: “Waarom komt deze patiënt op dit moment met deze klacht bij mij?” Al deze items zouden idealiter moeten leiden tot een begrip van de patiënt als een geheel van contexten, klachten en omgevingsfactoren. Totdat we zijn aangekomen bij de patiënt als een uitdraai van zijn genen-set blijven we dan ook maar naar Hippocrates luisteren: “Het is belangrijker om te weten wat voor soort persoon deze ziekte heeft, dan te weten wat voor soort ziekte deze persoon heeft.” Personalized medicine avant la lettre.
Stuur deze pagina door >>
Opinie
DSM-5 is nuttig, maar wordt vaak
verkeerd gebruikt
Classificeren via de DSM-5-systematiek is ooit bedacht om klinische professionals en wetenschappers een gemeenschappelijke taal te laten spreken over de aandoening van een cliënt. En om gerichter wetenschappelijk onderzoek te kunnen doen. Marc Verbraak: 'DSM-5 is een nuttig instrument, maar wordt vaak verkeerd gebruikt.' ... Meer
Wat doet Rivierduinen en waarom het leuk is om daar te werken
Audrey van Schaik is sinds half oktober 2022 bestuurder van GGZ Rivierduinen. Zij trad tegelijk met Sam Schoch aan als raad van bestuur en samen staan zij bekend als verbinders en ervaren zorgbestuurders. Audrey is psychiater en heeft jarenlange leidinggevende ervaring binnen diverse onderdelen van verschillende ggz-organisaties. ... Meer
Breng de waarheid boven tafel
Stel, je bent leidinggevende en een medewerker vertelt dat er een structureel probleem is op de afdeling. Natuurlijk neem je dat serieus. Tegelijkertijd loont het om het verhaal in twijfel te trekken. ... Meer
Let op: de Anti-spam code is slechts 15 minuten geldig.
Tip: als u een reactie met veel woorden heeft, typ deze dan eerst in Word en plak hem vervolgens in het Reactieveld hieronder.