Forensische scherpte verbeteren
door neurotechnologie?

3 oktober 2019

Prof. dr. Gerben Meynen
Prof. dr. Gerben Meynen

Prof. dr. Gerben Meynen hoogleraar Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen

          Forensische scherpte verbeteren door neurotechnologie?

Na een hartinfarct kan een hartfilmpje, echo of ander technisch onderzoek helpen om het risico in te schatten op een nieuw hartinfarct. De forensische psychiatrie beschikt nog niet over dit soort technische hulpmiddelen om bij een patiënt de kans op recidive in te schatten. Toch kan volgens hoogleraar prof. dr. Gerben Meynen ook binnen de forensische psychiatrie (neuro)technologie een rol gaan spelen. Dit zou de forensische scherpte kunnen verbeteren.

‘Het begrip forensische scherpte gebruiken we bij het inschatten of een patiënt na een veroordeling een gevaar vormt voor de maatschappij’, zegt Gerben Meynen. In 2018 is hij benoemd tot hoogleraar forensische psychiatrie aan het Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen. Zijn onderzoek richt zich op neurorecht, dat de betekenis van neurotechnologie voor het recht onderzoekt. ‘Het gaat bij forensische scherpte om het beperken van recidive. Hoe bepaal je of iemand een hoog of laag risico heeft? Hoe kunnen we die risico’s omlaag brengen? En kan de technologie ons hierbij helpen?’

Lijsten en scores
Professionals in de forensische psychiatrie werken met risicotaxatie-instrumenten. Mede aan de hand van lijsten en scores wordt het risico op recidive bepaald. Het blijft echter een inschatting. Meynen: ‘We hebben tot nu toe geen neurowetenschappelijke technische tools om recidive beter te voorspellen. De neurowetenschap heeft al wel bijgedragen aan de diagnostiek in strafzaken, bijvoorbeeld door beelden te maken van het brein bij een verdachte met dementie. Dit zette de benadering van zijn strafzaak op een ander spoor. Maar we zijn nog niet zo ver dat we via een hersenscan kunnen vaststellen of iemand niet meer in de fout gaat. Toch wordt nu op diverse fronten wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de inzet van technologie in het strafrecht en de forensische psychiatrie. Dit levert interessante resultaten op.’

Hersenscans
Er zijn in elk geval drie technologieën die een rol kunnen gaan spelen: hersenscans (neuropredictie), kunstmatige intelligentie en virtual reality. Zo hebben Zweedse onderzoekers dit jaar factoren uit de klassieke risicotaxatie, zoals de justitiële voorgeschiedenis van patiënten, gekoppeld aan hersenscans. De voorspelling verbeterde hierdoor. Het laat zien dat het niet hoeft te gaan om of de ene of de andere methode. Juist de combinatie van verschillende benaderingen zorgt ervoor dat het risico op herhaling preciezer is vast te stellen.

Kunstmatige intelligentie
Een andere ontwikkeling is kunstmatige intelligentie. In Amerika wordt al gebruik gemaakt van slimme programma's om de kans op recidive in te schatten. De bedoeling is een betrouwbaar algoritme te ontwikkelen dat voorspellende waarde heeft bij de beoordeling of iemand veilig terug kan keren in de maatschappij. Meynen: ‘Algoritmes kunnen sommige gegevens, zeker als het om grote hoeveelheden data gaat, beter analyseren dan het menselijk brein. Mogelijk leidt kunstmatige intelligentie tot betere voorspellingen binnen de forensische psychiatrie. Er zijn ook valkuilen. Als we bijvoorbeeld een algoritme trainen door gegevens in te voeren die elementen van discriminatie bevatten, dan ligt ook bij de voorspelling door het algoritme discriminatie op de loer.’

Virtual reality
Virtual reality is binnen de geestelijke gezondheidszorg al volop in ontwikkeling. Iemand met hoogtevrees kan bijvoorbeeld via een virtuele bril op een realistische manier geconfronteerd worden met hoogte en leren met zijn angst om te gaan. De huidige virtual-reality-technieken zijn zo realistisch dat je echt het gevoel van de situatie kan krijgen. De patiënt hoeft hiervoor niet naar de achtste verdieping van een flat. Meynen: ‘Dit biedt mogelijkheden voor de forensische psychiatrie. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als we iemand virtueel in een omgeving brengen die normaliter zijn agressie oproept. Kan hij zijn impulsen beheersen? Zo kunnen we inschatten hoe hij zich onder die omstandigheden in de maatschappij zou gedragen. Ook kunnen we met virtual reality de overgang van de justitiële omgeving naar het normale leven oefenen om het risico op een terugval verkleinen. Bovendien kunnen we game-elementen toevoegen. Dit maakt het programma leuker voor patiënten en kan hun motivatie vergroten om hiermee aan de slag te gaan.’

Verantwoord mee omgaan
‘We moeten nieuwe ontwikkelingen niet per definitie buiten de deur houden’, besluit de hoogleraar, ‘maar we moeten ze ook niet kritiekloos omarmen. Belangrijk is vooral rekening te houden met ethische zaken als discriminatie en privacy. Maar als we er verantwoord mee omgaan, kunnen hersenscans, kunstmatige intelligentie, virtual reality en mogelijk andere technologieën ons wellicht helpen onze forensische scherpte verder te verbeteren.’

Dit interview is op verzoek van Van Der Hoef & Partners / D!scura uitgewerkt door Ben Tekstschrijver, tekstschrijver gespecialiseerd in de zorg.

Vacatures

MEER OVER DEZE VACATURE >>

Opinie

Wat doet de DSM-5 met
de psychiater en de psychiatrie?

De DSM-5 is niet onschuldig. Het beïnvloedt de ontwikkeling van het vak van psychiater en dus van de psychiatrie als discipline. Ook in deze derde podcast botsen de standpunten van psychiater Floortje Scheepers en psychiater Ralph Kupka. ... Meer

Reageer |  reacties

Podcast 3. Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar?

Onze derde podcast "Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar" is te beluisteren op "Psychiater op de cast" op Spotify.In deze aflevering komen Floortje Scheepers en Ralph Kupka wederom met elkaar in botsing over hun standpunten, maar ze zijn het erover eens dat het lijden van patiënten en de bijbehorende processen centraal moeten staan. ... Meer

Reageer |  reacties

Podcast 2. Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?

Onze tweede aflevering, "Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?", is nu beschikbaar op op Spotify: "Psychiater op de cast".In deze boeiende aflevering onderzoeken Floortje Scheepers, Ralph Kupka en Tessa van den Ende, onder leiding van Wouter Van Ewijk, de impact van de DSM-5 op de patiëntenzorg. ... Meer

Reageer |  reacties