Triage dood in de pot voor huisartsenpraktijk

20 april 2017

Aan professionals en bestuurders in de zorg worden zware eisen gesteld. Zekerheden verdwijnen, regelgeving werkt verstikkend, de financiële druk neemt toe. Het ‘handhaven van de koers’ is niet meer voldoende, vaak zijn harde en duidelijke keuzes nodig. Bestuurders moeten flexibel zijn en zichzelf opnieuw uitvinden. Professionals worden geacht de veranderingen te volgen en zich aan te passen. Van der Hoef & Partners publiceert interviews met deze professionals en bestuurders, met als centrale vraag: hoe gaan ze met hun uitdagingen om?

In het volgende interview spraken wij hierover met Jos Schoenmaeckers, sinds 2016 huisarts in ruste.

Jos Schoenmaeckers pleit voor meer gastvrijheid en toegankelijkheid

 'Triage dood in de pot voor huisartsenpraktijk'

 Juni 2016 nam Jos Schoenmaeckers na 37 jaar afscheid als huisarts in Oosterbeek. Hij had hart voor zijn patiënten. Terminale patiënten kregen zijn telefoonnummer, ook als hij geen dienst had. Preventieve zorg en begeleiding van chronisch zieken kregen meer aandacht, praktijkondersteuners deden hun intrede. Maar niet alles veranderde in zijn ogen ten goede. ‘De huisarts moet weer gastvrij en toegankelijk worden. Nog verder doorvoeren van het triagesysteem kan onze huisartsenzorg kapotmaken.’

De relatie met de mens is voor Schoenmaeckers altijd het uitgangspunt geweest. ‘Opkomen voor mijn patiënten, een band opbouwen, ik denk dat dit wel een van mijn kernkwaliteiten is. Ook buiten kantooruren ging de zorg soms gewoon door, wat niet altijd leuk was voor mijn gezin. Een vakantie was soms korter dan gepland vanwege een bevalling en ernstig zieke patiënten kregen mijn telefoonnummer. De wetenschap dat in geval van nood de eigen dokter aan het bed staat of bereikbaar is, geeft patiënten en hun familie rust.’

Op de koffie
Ook de relatie met medisch specialisten en andere zorgverleners vond Schoenmaeckers belangrijk. Toen hij in 1979 startte met zijn praktijk in Oosterbeek, ging hij wekelijks in het Elisabeth Gasthuis op de koffie bij medisch specialisten. Hij kende hen, kon gemakkelijk even bellen voor overleg. Nu werken in Rijnstate in Arnhem 300 medisch specialisten, waaronder veel parttimers. Het is ondoenlijk om met alle specialisten persoonlijk contact te onderhouden. ‘Ik kende de specialisten niet meer. Jammer, want dat persoonlijke contact is belangrijk voor de continuïteit van de zorg. Kanker wordt bijvoorbeeld steeds meer een chronische ziekte, huisartsen en medisch specialisten moeten daarom vaker overleggen om de zorg voor deze patiënten af te stemmen.’

Documentatieplicht
Schoenmaeckers heeft in 37 jaar de huisartsenpraktijk zien veranderen. Nog steeds begeleiden huisartsen mensen van de wieg tot het graf, maar de taken zijn uitgebreid en anders verdeeld. Praktijkondersteuners worden ingezet om mensen te begeleiden met chronische ziekten zoals diabetes, COPD en hart- en vaatziekten. De preventieve zorg is erbij gekomen. Er is een kwaliteitsslag gemaakt waar de oud-huisarts uit Oosterbeek blij mee is. Maar hij zag ook de documentatieplicht zijn huisartsenpraktijk binnenkomen. ‘De juridisering binnen de gezondheidszorg is enorm toegenomen. Vertrouwen heeft plaatsgemaakt voor een defensieve cultuur. Huisartsen sturen mensen vaker door naar een specialist omdat ze bang zijn aangeklaagd te worden. In de jaren tachtig startte het Huisartsen Genootschap met een prachtig initiatief: het opstellen van standaarden en richtlijnen. We zijn er wereldberoemd mee geworden. Als ik bijvoorbeeld een jonge patiënt op het spreekuur kreeg met duizeligheid, gebruikte ik de standaard om de diagnose goed te kunnen stellen. Deze standaarden worden nu gebruikt als een beoordelingsmiddel door inspectie en verzekeraars. De verzekeraars bepalen met behulp van onze standaarden (algemene richtlijnen) ook de afrekening. Een voorbeeld: alle diabeten moeten een statine (cholesterolverlager) voorgeschreven hebben. In mijn praktijk is een groot aantal hoog opgeleide mensen dat dit middel weigert (om zeer plausibele redenen), zodat de praktijk niet voldoet aan de standaard en dan wordt de huisarts gekort op zijn honorarium. Bovendien is het huidig declaratiesysteem zo ingewikkeld en tijdrovend dat het "vergissingen " in de hand werkt.

Cri de coeur
Maar de echte ‘cri de coeur’ van Schoenmaeckers ligt op het gebied van gastvrijheid en toegankelijkheid. ‘Vroeger bedienden we 5500 patiënten met twee artsen, nu werken in ons gezondheidscentrum tien professionals voor hetzelfde aantal patiënten. Maar de toegankelijkheid van de praktijk is niet beter geworden. Ik hoor nu mensen zeggen dat ze hun eigen huisarts niet meer kunnen bereiken. Ze krijgen een antwoordapparaat of moeten eerst door een vragenlijst heen die bepaalt of hun klacht wel belangrijk genoeg is om een afspraak met hun eigen huisarts te maken. Als dat niet het geval is, kunnen ze misschien pas over een week terecht of worden ze doorverwezen naar de nurse practitioner. Zelf werkte ik vroeger door tot ongeveer 18:30 uur, nu staat in veel praktijken om 16:00 uur het antwoordapparaat al aan. Aan de andere kant hoor ik huisartsen klagen dat de druk op huisartsenposten zo groot is. Ik zou zeggen: laat patiënten die een vraag hebben of bezorgd zijn, tussen 16:00 en 18:00 uur nog even binnenkomen. Laagdrempelig en zonder triage. Dat verstevigt de relatie tussen patiënt en huisarts en vermindert de druk op de huisartsenpost. De huisarts kan veel vragen en problemen met een simpele blik en eenvoudig advies oplossen. Het zou veel kosten besparen.’ Investeer meer tijd in patiëntenzorg en minder in organisatie en in zinloze administratie.

Patiënten weer ‘ontvangen’
De triage is volgens Schoenmaeckers de dood in de pot voor de huisartsenpraktijk. Hij ergerde zich soms wezenloos als een jonge collega in een huisartsenpost weigerde zijn patiënt te verlossen van een prop in zijn oren, omdat de triage zegt dat dit geen spoedbehandeling vereist. Dan deed hij het toch maar even zelf, ook al was de praktijk gesloten. ‘Dan denk ik: heb je ooit een prop in je oren gehad die tegen je trommelvlies drukt? Weet je hoe vervelend dat is? En als een buschauffeur de volgende morgen om 04:00 uur aan het werk moet en door die prop thuis moet blijven? Je bent als huisarts toch hulpverlener? Ik vind dat we onze patiënten weer moeten ontvangen, zoals een advocatenkantoor of de Albert Hein dat doet.’

Niet zeuren
Heeft de huisarts dan geen recht op vrije tijd? Is het niet een ouderwetse gedachte dat de huisarts altijd beschikbaar moet zijn? ‘Vroeger behoorde de huisarts tot de aanspreekbaren in het dorp of de wijk. Nu willen jonge artsen soms niet meer wonen in de plaats waar ze werken, dan zouden ze een patiënt tegen kunnen komen. Lastig. Als je in de psychiatrie werkt, kan ik me daar iets bij voorstellen, maar als huisarts? Ik vond het altijd een vreugde om als huisarts ook in het dagelijks leven tussen mijn patiënten te staan. En laten we eerlijk zijn: boer, groenteman, advocaat, ze werken allemaal wel eens door na 18:00 uur. Daarnaast kunnen artsen nog wel eens miemelen over geld, maar ze verdienen echt niet slecht en het bedrijfsrisico is matig.

Praktijken kleiner
Wat Schoenmaeckers betreft moeten huisartsenpraktijken kleiner. Terug van 2400 patiënten naar 1500 tot 1800 patiënten per fulltime huisarts. Zeker in de steden waar veel mensen met een migratieachtergrond de praktijk bezoeken. ‘Iemand met een andere taal en cultuur met maagklachten kun je niet in tien minuten “afwerken”. Je moet navraag doen naar medische klachten, maar daarin bijvoorbeeld ook de psychosociale achtergrond en familiaire belasting meenemen. Dat kost tijd. Met kleinere praktijken krijgen we weer de kans onze patiënten beter te leren kennen en een sterkere relatie opbouwen. Dat is toch een belangrijk fundament in de begeleiding en behandeling en ook meer tijd voor de problem-solving-attitude dan simpel afraffelen van protocollen.

‘Mijn boodschap als gepensioneerde huisarts naar collega’s is: wees gastvrij en toegankelijk voor je patiënten en investeer in je relatie met patiënten en medisch specialisten. We zijn er voor de mensen, de mensen zijn er niet voor ons. We worden betaald via een ingewikkeld betalingssysteem, maar ook door de warmte en vriendelijkheid die we krijgen van onze patiënten. Daarom is het zo’n prachtig vak.’

Bevlogen
Het is duidelijk, hier spreekt nog steeds een bevlogen huisarts, met hart voor zijn patiënten. ‘Ik word wel eens triest als ik bedenk dat het allemaal voorbij is. Ach, ik ben nu eenmaal een emotioneel mens. Het lijkt wel of we als dokter tegenwoordig geen emoties meer mogen tonen, dat is niet professioneel. Ik zou dan tegen de inspecteur willen zeggen: ga eens mee als ik euthanasie uitvoer bij een 45-jarige vrouw, terwijl de kinderen om het bed staan te huilen. Zou ik dan geen traan mogen laten? Dat kan toch niet?’

Dit interview is op verzoek van Van Der Hoef & Partners / D!scura uitgewerkt door Ben Tekstschrijver, tekstschrijver gespecialiseerd in de zorg


Vacatures

MEER OVER DEZE VACATURE >>

Opinie

Wat doet de DSM-5 met
de psychiater en de psychiatrie?

De DSM-5 is niet onschuldig. Het beïnvloedt de ontwikkeling van het vak van psychiater en dus van de psychiatrie als discipline. Ook in deze derde podcast botsen de standpunten van psychiater Floortje Scheepers en psychiater Ralph Kupka. ... Meer

Reageer |  reacties

Podcast 3. Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar?

Onze derde podcast "Wat betekent de DSM-5 voor de behandelaar" is te beluisteren op "Psychiater op de cast" op Spotify.In deze aflevering komen Floortje Scheepers en Ralph Kupka wederom met elkaar in botsing over hun standpunten, maar ze zijn het erover eens dat het lijden van patiënten en de bijbehorende processen centraal moeten staan. ... Meer

Reageer |  reacties

Podcast 2. Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?

Onze tweede aflevering, "Wat betekent de DSM-5 voor de patiënt?", is nu beschikbaar op op Spotify: "Psychiater op de cast".In deze boeiende aflevering onderzoeken Floortje Scheepers, Ralph Kupka en Tessa van den Ende, onder leiding van Wouter Van Ewijk, de impact van de DSM-5 op de patiëntenzorg. ... Meer

Reageer |  reacties